zaterdag 31 maart 2012

Toepassingskaart 6 - Observatie leerproblemen (tijdsteekproef)

Voor deze opdracht heb ik in overleg met mijn mentor besloten leerling S. te observeren. Bij mijn mentor en de remidial teacher is sterk het vermoeden aanwezig dat S. ADHD heeft. Zijn ouders willen echter niet dat er onderzoek gedaan wordt, dus is er niks officieel vastgesteld. De redenen dat de leerkrachten dit denken, verdwijnen echter niet. S. is snel afgeleid en wordt door de kleinste dingen geprikkeld. Hij is erg enthousiast, maar lijkt daar geen raad mee te weten. Hij praat door anderen heen en is dan moeilijk stil te krijgen. Als iets in hem opkomt, wil hij het meteen zeggen of doen. Nadenken komt vaak pas later. Ook is S. erg druk. Hij heeft enorm veel energie en uit dit door veel praten, lopen en dingen doen. Hierdoor besteedt hij weinig tijd aan daadwerkelijk werken, waardoor zijn werk vaak niet af komt. S. is hoogbegaafd, dus het is niet zo dat hij het werk niet aan kan. Daarnaast geeft hij aan dat het werk wel uitdagend genoeg is, dus het probleem lijkt niet bij de inhoud van het werk te zitten. Bij vakken waar S. dingen met zijn handen kan doen, is hij heel actief. Tijdens het zelfstandig werken aan basisvakken gaat het echter mis. Dan raakt hij snel afgeleid en komt zijn werk niet af. Om die reden heb ik ervoor gekozen mijn tijdsteekproef af te nemen aan het begin van het zelfstandig werken.

M
Na 20 sec.
Na 40 sec.
Na 60 sec.
1
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
2
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
3
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
4
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
5
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
6
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
7
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
8
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
9
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
10
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
11
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
12
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
13
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
14
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
15
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O

In bovenstaande tijdsteekproef valt vooral op dat S. aan het begin van het zelfstandig werken meer met zijn taak bezig is dan wanneer de leerlingen al langer met zelfstandig werken bezig zijn. Daarnaast valt dat er S. vaak bezig is met andere dingen. Hij heeft veel contact met medeleerlingen, maar is vooral zelf veel bezig met andere dingen. Het ging hierbij bijvoorbeeld om lopen door de klas om even wat in de prullenbak te gooien of op zoek in zijn laatje naar een ander potlood.
Om deze leerling taakgericht aan het werk te krijgen, heb ik de leerling in overleg met mijn mentor tijdens het zelfstandig werken op een andere plek neergezet. Dit is een speciale tafel die achterin de klas staat. De tafel staat weggekeerd van de rest van de klas, waardoor er minder contact is met de andere leerlingen. Daarnaast zit er geen laatje in de tafel. S. moet alles wat hij voor de taak die hij op dat moment doet, meenemen naar de tafel en kan dus niet in zijn laatje gaan rommelen. Om te voorkomen dat hij terugloopt naar zijn eigen tafel om daar naar dingen te gaan zoeken, heb ik met het afgesproken dat dat niet mag. Hij neemt alles wat hij nodig heeft mee. Is hij toch wat vergeten, steekt hij zijn vinger op en vraagt eerst of hij dat mag gaan halen bij zijn eigen tafel. Als dit een tijdje goed gaat, is er altijd nog de optie hem wel zelf de keuze te laten maken of het echt nodig is dat hij datgene wat hij nodig heeft bij zijn eigen tafel gaat halen. Hierbij kan dan weer de afspraak gemaakt worden dat als hij daar misbruik van maakt, en hij dus voor niks in zijn laatje gaat rommelen, hij weer alles van tevoren moet gaan vragen.
Na drie dagen op zijn nieuwe plek, heb ik nogmaals een tijdsteekproef afgenomen. Dit om te kijken of er vooruitgang zit in de tijd die S. besteedt aan taakgericht werken.

M
Na 20 sec.
Na 40 sec.
Na 60 sec.
1
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
2
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
3
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
4
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
5
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
6
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
7
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
8
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
9
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
10
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
11
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
12
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
13
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
14
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
15
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O
T
D
CM
CL
O

Uit de tweede tijdsteekproef blijkt dat S. op zijn nieuwe plek meer tijd besteedt aan taakgericht werken. Hij lijkt minder prikkels te hebben en zich eenvoudiger op zijn werk te kunnen concentreren. Of dit echt de redenen zijn, is natuurlijk niet met alleen een korte observatie vast te stellen. Wel kan gezegd worden dat er een significant verschil is met de vorige observatie wanneer gekeken wordt naar de hoeveelheid tijd die S. besteedt aan taakgericht werken. Wat wel nog opvalt bij het niet-taakgericht werken, is het moment dat S. door de klas naar zijn eigen tafel loopt om zijn liniaal te pakken. Hierbij maakt hij ook meteen contact met een medeleerling, wat niet gebeurde toen hij aan zijn nieuwe tafel zat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten